€19,95
De film KAFR KASSEM is een weergave van de afslachting van inwoners van det Palestijnse dorp Kafr Kassem, dat ligt in door Israel bezet gebied. Het verslag van het bloedbad berust op historische feiten. Het is gebaseerd op docmenten van de Israelische rechtbank en op het boek van Sabri Geries “Les Arabes en Israel”.
Beschrijving
HISTORISCHE ACHTERGRONDEN
In Kafr Kassem worden de rollen gespeeld door inwoners van een Syrisch dorp. Het verhaal speelt zich af in 1956, als Nasser in een toespraak de nationalisatie van het Suez-kanaal aankondigt. Hoewel het kanaal Egyptisch grondgebied was, stond het tot op de dag van de nationalisatie onder Engels beheer. Als vergelding voor de nationalisatie bereidde Engeland met behulp van Frankrijk en Israel een zogenaamde vergeldingsaanval tegen Egypte voor. Als onderdeel van deze aanval werd Israel de taak toebedeeld om het oostelijk front “rustig” te houden. Dit deed men door een avondklok in te stellen en de Arabische bevolking onder druk te zetten. Ook de massamoord die daarna als afschrikwekkend voorbeeld plaats vond, was daar een onderdeel van.
INHOUD VAN DE FILM
De film begint met een reconstruktie van het proces tegen een van de schuldigen aan het bloedbad. Uit de antwoorden van de verdachte blijkt, dat deze massamoord geen “vergissing” was. De film wil laten zien dat zij een gevolg is van de zionistische ideologie, d.w.z. het streven naar een staat Israel alleen voor de joden.
Citaat uit de film:
-“Heeft men u sinds uw jeugd geleerd dat de Arabieren onze vijanden zijn?”
-“Ja”
-“Slaat dat zowel op de Arabieren in ons land als op die in het buitenland?”
-“Dat maakt geen enkel verschil.”
Dan volgen we in de film de toespraak van Nasser in 1956, waarin hij de nationalisatie aankondigt. In een klein cafeetje in Kafr Kassem beluisteren de Palestijnse inwoners deze rede via de radio. Van die dag af laat de film ons het leven zien van de inwoners van Kafr Kassem, tot de nacht van het bloedbad, 29 oktober 1956. We leren de Arabische inwoners, hun leefomstandigheden en de onderdrukking waarvan zij het slachtoffer zijn, kennen.
We zien hoe hun bewegingsvrijheid wordt beperkt (o.a. via passen); hoe hun geboortegrond hen wordt ontnomen en via kille wettelijke regelingen onder Israelisch koloniaal beheer geplaatst wordt.
De film toont ons tevens hoe het Palestijnse volk wordt vedeeld en geisoleerd van familieleden. De discriminatie van de Palestijnse arbeiders komt tot uitdrukking in de verschillen in loon ten opzichte van de Israelische arbeiders. De tegenstellingen onder de Palestijnen zelf in die tijd vinden hun uitdrukking in de persoon van Raja, een handelaar in arbeidskrachten, en zelf Palestijn. We zijn er getuige van hoe hij met medewerking van de burgemeester de arbeiders van Kafr Kassem op de zwarte markt inhuurt om ze voor de Israelische baas te laten werken. Hiervoor krijgen hij en de burgemeester een bepaald bedrag per arbeider uitgekeerd. Dit onder een hoedje spelen met de bezetter, leidt tot opstand onder de Palestijnse arbeiders. Hieraan zien we dat voor de Palestijnse arbeiders de strijd niet gaat tussen joden en Arabieren, maar tussen uitbuiters en degenen die uitgebuit worden.
Wij maken kennis met Selim Afendi uit Jaffa, die door de vijandelijke autoriteiten is gestuurd. En met Messaoud B’deir, een Arabische inwoner van Kafr Kassem die zijn lapje grond door onteigening is kwijtgeraakt, en dat weggegeven is aan de nieuwe pachters uit ‘Afrika’, Europa en Amerika…’.
We ontmoeten Oum Assad, symbool van een verscheurd volk. En we maken kennis met Tel Aviv, waar we samen met Mohammed Freij zien wat zij in haar schoot verbergt. Al deze mensen die wij in het dagelijks leven van de Arabieren in bezet Palestina ontmoeten, zullen in de nacht van 29 oktober 1956 de dood vinden.
De burgemeester krijgt pas een half uur van tevoren de medeleling van Israelische zijde, dat de avondklok wordt ingesteld. De arbeiders die ver weg op het land werken, zijn dus niet op tijd te bereiken. Dit argument mag echter niet baten. Vijf seconden nadat twee fietsende arbeiders, terugkomend van hun werk, bij wijze van groet nietsvermoedend hun hand opsteken naar de Israelische commandopost, worden ze in koelen bloede neergeschoten. Zij zijn slechts twee van de 49 burgers die vermoord worden. Het gebeurde zal in de geschiedenis bekend worden als de massamoord van Kafr Kassem.
De berechting van de schuldigen had pas twee jaar later plaats. Allen kregen strafvermindering en gratie. Kolonel Shadmi, de verantwoordelijke man, werd schuldig bevonden aan het begaan van een ’technische fout’, berispt en veroordeeld tot een symbolische boete van een Piaster (ong. 10 cent).
De problemen die in deze film naar voren komen zijn niet ‘historisch’ in die zin dat ze nu niet meer belangrijk zouden zijn. Nee, ze zijn nog steeds aktueel, niet alleen voor de Palestijnen, maar voor alle volkeren die strijden voor hun nationale bevrijding en tegen kolonialisme en imperialisme.
PERSKRITIEKEN
“Men kan een parallel trekken met Oradour, met verschillende gevallen van Franse onderdrukking in Algerije en met de zaak van luitenant Calley in Vietnam. Het is het westerse militaire apparaat dat beschuldigd wordt.” (Le Monde, 7 nov. 1974).
“Dorp en dorpelingen zijn met veel liefde gefilmd; maar ook deze scenes zijn bovenal een deel van het systematische onderzoek dat de filmer beheerst heeft doordacht, opgebouwd en verwezenlijkt. Hoe ontstellend ook, Kafr Kassem is een politieke film die men kan respecteren.” (N.R.C. E. Waller).
-1e prijs voor het scenario (Beyrouth),
-de Gouden Aar (Caarthage Filmfestival),
-speciale prijs van de P.L.O.,
-prijs van de Arabische kritiek.
KAFR KASSEM, Palestina, Bohran Alaouie, 100 minuten, kleur, Arabisch, Nederlands ondertiteld.